Het grote nadeel van PFAS is dat wanneer het in de natuur terechtkomt, en dus ook in water, het moeilijk te verwijderen is. De natuur is niet in staat het af te breken en de aanwezigheid ervan heeft negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid.
Maar de aanwezigheid van PFAS in het water is niet de enige uitdaging waar waterschappen, de industrie en drinkwaterbedrijven voor staan. Ook stikstof is in water te vinden. Gewassen zijn in staat om stikstof op te nemen dat bijvoorbeeld uit mest afkomstig is. Maar als er te veel stikstof is, spoelt het alsnog rechtstreeks de waterketen in, dit in de vorm van nitraat. Dit nitraat veroorzaakt vermesting, met als gevolg algengroei, vertroebeling van het water en het verdwijnen van grotere waterplanten. Daardoor verdwijnen ook vissen die helder water willen en grotere planten als schuilplaats gebruiken.
Is het mogelijk om te voorkomen dat deze stoffen de waterketen in komen? Nee, is het stellige antwoord van Paul Kloet, managing director Water bij Iv: "Dat is misschien geen vrolijk bericht, maar het is onhaalbaar. Stoffen als PFAS zijn zover binnengedrongen in de natuur, dat je het er niet meer volledig uit krijgt. Dat gaat verder dan wat je ziet drijven aan de oppervlakte of wat in onderstromen in oceanen en rivieren zit. PFAS zijn veel kleiner dan dat en niet door de natuur afbreekbaar."